Textiel

De collectie textiel bestaat uit meer dan alleen kleding en is heel divers. Wel is de Edese burgerdracht belangrijk, vooral de fraaie collectie mutsen. Deze illustreren de ontwikkeling van de muts in Ede in de tweede helft van de negentiende eeuw. Behalve mutsen verzamelt het museum ook schoeisel, hoeden en kinderkleding tot circa 1960. Daarnaast beschikken we over een mooie collectie merk- en stoplappen.

Rotsmuts

Burgerdracht  

Onder invloed van de Doleantie, de scheuring van 1886 in de Nederlands Hervormde Kerk, verandert het religieuze leven. In Ede en omstreken gaan burgers vanaf die tijd geheel in het zwart gekleed. Alleen de vrouw mag een spierwitte muts dragen, bij een zwart jak met lange wijde rok en daarover heen een schort. Op zon- en feestdagen wordt de kanten knipmuts gedragen, doordeweeks op straat een eenvoudige ‘rotsmuts’ en thuis een gebreide of gehaakte huismuts.

De muts fungeert ook als statussymbool. Hoe rijker de boer, des te mooier de muts van zijn vrouw en dochters. Het uit elkaar halen, wassen, stijven en opnieuw opmaken van zo’n muts is overigens wel een bijzonder tijdrovend werkje! Is een vrouw in de rouw? Dan maakt ze dat duidelijk door geen kant te dragen. Mannen dragen een dik wollen, driedelig zwart pak en op het hoofd een zwarte pet. Na de Tweede Wereldoorlog verdwijnt de Edese burgerdracht volledig.

Mode en accessoires 

Mensen die bijvoorbeeld werkzaam zijn in middenstand, onderwijs of industrie dragen geen burgerkleding. Zij volgen in meer of mindere mate de mode, afhankelijk van hun financiële situatie. Deze mode verandert steeds sneller. Dat is onder meer te zien aan de hoeden in de collectie accessoires.  

Merk- en stoplappen 

Meisjes leerden vroeger vanaf hun 10e jaar naaien. Schriftjes en nadenlappen in onze collectie getuigen hiervan. Bekender nog zijn de stop- en merklappen. De meisjes leerden nauwkeurig stoppen. Merklappen tonen de kunst van het borduren van alfabet en cijfers in kruissteek, nodig om wasgoed te merken. Door de naam van de maakster met vaak de datum zijn de merklappen historisch gezien goed te plaatsen. De oudste merklap in onze collectie dateert uit de 17e eeuw.

Merklap

Tweede Wereldoorlog 

Meerdere collectiestukken zijn gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog. Na Operatie Market Garden in september 1944 laten de militairen hun groene en anders gekleurde parachutes onbewaakt achter. Roofgoed waarvoor de Edese bevolking met gevaar voor eigen leven de heide afstruinde. De parachutes werden omgetoverd tot kledingstukken zoals jurken en bloesjes. Het museum beschikt over twee bruidsjaponnen gemaakt van zogenaamde parachutezijde. 

 Parachutejurk 

Heidehoogheden 

De Heideweek, een feestweek die in augustus in de gemeente Ede wordt gehouden, is onlosmakelijk verbonden met de Edese cultuur. De Heidekoningin heet Calluna en de Heideprinses Erica. Hun namen hebben een relatie met twee heidesoorten. Omdat deze heideplantjes paarse en witte bloemen hebben, is de kleding van de Heidehoogheden vrijwel altijd uitgevoerd in paars en eventueel wit. In de collectie mag een Koninklijke Heidejurk natuurlijk niet ontbreken.

Bekijk de agenda